Story listening

Story listening

dinsdag 27 oktober 2015

'Never work with animals or children'


Never work with animals or children. Een gevleugelde uitdrukking in Hollywood. Films maken met kinderen of dieren erin: begin er niet aan. Te bewerkelijk, te onvoorspelbaar. Leuk dus om een keer te proberen: storytelling met kinderen. 

Voor de opening van een vernieuwd speelplein in de H-buurt wilde ik graag de verhalen van buurtkinderen op het programma hebben. Het plein was immers vooral voor hen bedoeld. Wat hadden ze er in het verleden zoal meegemaakt en wat hoopten ze voor de toekomst? Via via vond ik twee kinderen die wel mee wilden doen: Max van 13 en Amana van 11 jaar. 

Gezellige moeder 
De eerste afspraak was met Amana, bij haar thuis. Met mijn schrijfblok op schoot begon ik haar vragen te stellen. Maar het arme kind kwam bijna niet aan het woord. Haar moeder zat gezellig naast haar en bleef maar vertellen over alles wat goed en slecht was in de buurt. Heel interessante verhalen, maar niet de verhalen waar ik naar op zoek was. Eerst maar eens non-verbaal proberen te sturen: niet meeschrijven, alleen de dochter aankijken... geen succes. Toen toch maar benoemd: mevrouw, ik hoor heel graag wat u vindt, maar voor de opening gaat het toch om wat Amana vindt. Hint begrepen, moeder hield haar mond. 

Net als bij volwassenen werken de eenvoudige open vragen het beste om verhalen los te krijgen: wat is het leukste wat je op dit plein hebt meegemaakt, en het vervelendste? Wat kan er nog beter op het plein? Af en toe kon moeder zich niet inhouden en zei iets als: veiligheid, dat vind je ook heel belangrijk, toch Amana? En dan ging Amana braaf over veiligheid praten. Leerzaam voor mij, dus bij de tweede afspraak gingen Amana en ik samen naar het plein wandelen. Zonder moeder. 

Het tweede wat ik leerde van Amana was dat de storytellingtechniek die bij volwassenen werkt (een verhaal bestaande uit twee of drie vrij uitgebreide momenten of 'beelden') bij kinderen minder goed werkt. Amana vertelde een reeks heel korte anekdotes. We hebben daarvan een stuk of zes aan elkaar geplakt en dat was dan haar verhaal. Ze haalde de volgorde nog wel eens door elkaar maar dat maakte eigenlijk niet uit voor het geheel. 

Opdreunen 
De derde les die ik van Amana leerde zal niet voor elk kind gelden. Dit meisje was een perfectionist. Toen ik de tweede keer met haar afsprak had ze haar verhaal al minstens tien keer geoefend. Met als gevolg dat alle spontaniteit eruit verdwenen was en ze alleen nog haar tekst aan het opdreunen was. Het enige wat erop zat was dat ze haar tekst bij mij moest inleveren en mij moest beloven om niet meer te oefenen. Note to self: kinderen alleen steekwoorden geven in plaats van een uitgetypte tekst. Uiteindelijk vertelde Amana haar verhaal tijdens de opening keurig zoals voorbereid. Ze vergat maar een paar kleine dingetjes. Met de cute-factor aan haar zijde vond het publiek het prachtig. Hoezo bewerkelijk en onvoorspelbaar?

Gelukkig voldeed mijn andere jonge verteller, Max, wel aan het stereotype: tijdens de voorbereiding kwam hij tot mijn wanhoop nauwelijks verder dan 'leuk' of 'weet niet' en bij de opening ging zijn verhaal allerlei niet-afgesproken kanten op. Aan de hand van deze eerste ervaring zou ik zeggen: never work with animals or teenagers. Leuke uitdaging dus voor de volgende keer: storytelling met tieners.

Deze blog verscheen op 28 mei 2015 op het intranet van de gemeente Amsterdam.

vrijdag 23 oktober 2015

De verteller als jukebox


Laatst belde een collega me drie dagen voor een bijeenkomst op: “Zeg, jij gaat toch iets vertellen over live storytelling? Kan je dan niet leuk een storyteller meenemen die een verhaal vertelt?” Eh. Nee. 

Met de voorbereiding van een live verteld verhaal begin je minimaal twee weken van tevoren. Eerst het verzoek, mensen moeten aan het idee wennen. Dan het eerste gesprek, liefst bij de verteller thuis: wie is je publiek, wat wil je aan die mensen vertellen en hoe bouwen we je verhaal op? Hoe vat je wat je wilt zeggen in twee of drie complete ‘beelden’ van gebeurtenissen, zodat de luisteraar het gevoel krijgt erbij te zijn geweest? 

Oefenen 
Als dit deel vlot gaat kan je tijdens het eerste gesprek al een keertje oefenen. Dan het tweede gesprek, de puntjes op de i. Wat is je openingszin, wat is je slotzin, lopen de overgangen tussen de beelden soepel? Het geheel uitspreken met de timer erbij: het duurt altijd te lang, snoeien, weer uitspreken, wat kan je nog verbeteren aan je toon, mimiek of lichaamstaal? Soms nog een derde gesprek, liefst op locatie, met de andere vertellers erbij, zodat ze elkaar feedback kunnen geven. 

De ‘uitvoering’: altijd spannend, voor mij maar vooral voor de verteller zelf. Zal het goed gaan, zal het publiek luisteren en ook echt ‘horen’ wat je te zeggen hebt? Na afloop de mengeling van opluchting en trots en – als alles goed gaat – de mooie gesprekken met mensen die geluisterd hebben, gesprekken van herkenning en steun. 

Alweer? 
Een verteller is geen jukebox waar je een muntje in gooit en hij gaat het gewenste liedje afdraaien. Een live verhaal heb je niet ‘op de plank liggen’ om op elk gewenst moment tevoorschijn te kunnen trekken. Het is een uniek moment dat zich eigenlijk niet laat herhalen. In het begin dacht ik dat ook: oh dat was zo’n prachtig verhaal, die ga ik weer vragen. Maar als ik dan belde, was de verbaasde reactie: alweer? Een tweede keer wilde de verteller dan soms nog wel maar dan voelde ik al: die moet ik echt niet nog een keer vragen. 

Het is even wennen voor de communicatieprof: een middel dat je niet volledig naar je hand kunt zetten en niet eindeloos kunt reproduceren. We kennen de websites, de nieuwsbrieven, de flyers. Heerlijk plooibare middelen, doen gewoon wat je zegt. Bij live storytelling draait alles om het vertrouwen tussen de verteller en de begeleider. Er is geen sprake van hiërarchie, de verteller doet mij een plezier door zijn of haar verhaal te vertellen op mijn bijeenkomst. En ik doe op mijn beurt de ander een plezier door een podium en begeleiding te bieden.

Redding 
Onze redding is dat het aantal nieuwe vertellers en nieuwe verhalen eindeloos is. Je moet alleen bereid zijn om elke keer weer opnieuw te beginnen en accepteren dat twee weken werk in vijf minuten voorbij is. En wil je een mooi verhaal per se nog een keer laten horen? Dat doe je dan gewoon door elk verhaal te filmen. Want zo’n filmpje, daar kan je me wél drie dagen van tevoren om vragen. 

Deze blog verscheen op 1 april 2015 op het intranet van de gemeente Amsterdam.

Verhalen in your face


En alweer een toepassing van storytelling. Confronteren. De titel van deze blogpost had ‘Storytelling als duizenddingendoekje (deel 2)’ moeten zijn. Maar dat vond ik saai. Ik heb namelijk in de tussentijd een missie voor mezelf gevonden. Confronteren. 

Het kwam door een vraag die de programmadirecteur organisatieontwikkeling stelde. Wat ik van hem weet is dat hij graag van de gebaande paden af gaat. Een man naar mijn hart dus. Eind januari had ik een gesprek met hem over storytelling. “We hebben het de hele tijd over van buiten naar binnen werken,” zei hij, “maar hoe maak je dat nou concreet?” Mijn reactie lag voor de hand: door verhalen naar binnen te halen natuurlijk. 

De manager, vanzelfsprekend 
Na afloop van het gesprek liep ik richting de uitgang van het stadhuis. Bij de liften hing een poster over een of andere ‘inspiratiebijeenkomst’. Die zette me aan het denken. Hoe gaat het nu: je organiseert een bijeenkomst voor collega’s en gaat eens nadenken over het programma. Wie zijn de sprekers? De betreffende manager natuurlijk. Uiteraard. Vanzelfsprekend. En oh, laten we ambitieus zijn en kijken of we er een bestuurder bij kunnen krijgen. Als dat lukt zijn we apetrots: een bestuurder als spreker betekent dat je onderwerp belangrijk is en dat betekent natuurlijk ook dat je zelf… och laat maar.

Maar zeg eens eerlijk: hoeveel lol beleven medewerkers er aan om altijd maar te luisteren naar een manager of bestuurder? Superleuke mensen hoor, daar niet van, maar het zijn vaak weinig persoonlijke en soms irritant blije spreekbeurten die ze houden. Gelukkig gaan collega's aan de slag met managers om ze verhalender te leren spreken. Communicatieadviseurs kunnen zich laten trainen om die managers te coachen. Top. Ik doe mee. 

Reality check 
Maar ik wil méér, extremer, radicaler, alles anders. Denk Maagdenhuis. We moeten af van die reflex om altijd maar managers en bestuurders en – vooruit – af en toe een collega aan het woord te laten. De Echte Verhalen willen we, van Echte Mensen. Een inspiratiebijeenkomst voor medewerkers van Inkomen? Zet er een paar bewoners neer die vertellen hoe het is om te leven in armoede. Sessie over de drie decentralisaties voor de collega’s van Zorg? Laat een paar mantelzorgers of mensen met een beperking ons maar eens een reality check geven. Zo’n kennisdag over de toekomst van de stad, hopelijk staan daar ook een bewoner, een toerist en een expat. 

Griezelig 
Confronterend? Om degene voor wie jij beleid maakt eens in de ogen te kijken? Zeker. Verwarrend? Omdat zo’n verhaal allerlei informatie oplevert die niet netjes in onze hokjes past? Ook waar. Maar moeilijk? Nee, dat niet. De reden waarom we het tot nu toe nauwelijks doen is volgens mij niet omdat het moeilijk te regelen is, maar omdat we het eng vinden. Zoals ‘burgers’ vaak een onberedeneerbare afkeer van ambtenaren hebben, vinden veel ambtenaren – vooral zij die niet dagelijks contact met ‘buiten’ hebben – bewoners eigenlijk ook maar griezelig. Tijd om over onze schaduw te stappen en gewoon naar ze te gaan luisteren. Letterlijk. 

Deze blog verscheen op 4 maart 2015 op het intranet van de gemeente Amsterdam.

Een onverwachte bijwerking



In het begin was ik een beetje bang voor Priscilla. Zo’n stoere, Antilliaanse tante die haar afkeuring zo nodig laat blijken met hoog opgetrokken wenkbrauwen en een welgemeende tjoerie. Later zag ik haar kwetsbare kant. En van alle mensen die ik tot nu toe heb gecoacht bij het vertellen van hun verhaal, heeft zij op mij de meeste indruk gemaakt. 

Ik leerde Priscilla kennen tijdens een interview voor de stadsdeelkrant. In de spoelkeuken van een verpleeghuis in Reigersbos noteerde ik haar verhaal van jong moeder worden, werkloosheid en nu de weg omhoog, via vrijwilligerswerk hopelijk richting betaald werk.

Goed voorbeeld 
Haar verhaal illustreerde voor mij perfect de impact van de aanpak focuswijken – het stimuleren van vrijwilligerswerk als opstapje naar werk is een van de vele projecten binnen die aanpak. Vandaar dat ik haar weer belde, toen ik een paar maanden later op zoek was naar sprekers voor de True Tori’s, de verhalenvoorstelling die ik organiseerde voor op het Kwaku zomerfestival. 

Delen van ervaringen 
Tot mijn stomme verbazing zei ze ja, net als de andere sprekers die allemaal – zonder enige podiumervaring – bereid waren hun privézaken te delen met een tent vol wildvreemden. Puur uit motivatie om anderen te behoeden voor de stomme fouten die ze zelf gemaakt hadden. 

Meer aan de hand
Zo ook Priscilla: tijdens het eerste voorbereidende gesprek bij haar thuis – de breedbeeldtelevisie bleef aan, haar dochters moesten op hun kamer blijven – vertelde ze dat er meer aan de hand was. Op haar achttiende had ze torenhoge schulden gemaakt waar ze nu, tien jaar later, nog steeds niet uit was. Ze wilde anderen waarschuwen om niet in dezelfde valkuil te vallen. 

Vertrouwen 
In de gesprekken die volgden – de voorbereiding van live storytelling is arbeidsintensief – leerde ik haar beter kennen. En zij mij. Dit soort gesprekken moeten geen eenrichtingsverkeer zijn. Door ook iets van jezelf te laten zien, verdien je het vertrouwen van de ander. We vonden overeenkomsten: allebei twee kinderen, van ongeveer dezelfde leeftijd, dus het ging óók over ongehoorzaamheid, schoolkeuze en tanden wisselen. 

Aanmoedigen en bevestigen 
Bij het oefenen van haar verhaal schoot Priscilla regelmatig in de giechel: “Ik vind het zo moeilijk, moet ik het echt doen?!” En toch weer door. Ik hoefde haar niet over te halen. Aanmoedigen en bevestigen was voldoende. Op de dag zelf – een warme zomerdag in het Bijlmerpark – liep het zweet over haar gezicht. Van de hitte maar vooral van de zenuwen. 

Onverwacht effect 
En toch klom ze op dat podium, deed haar verhaal, met maar af en toe een giechel. Over tienermoederschap, over werkloosheid én over haar schulden. En hoewel het doel van zo’n voorstelling is om het publiek te inspireren en activeren, blijkt het vertellen ook een onverwacht effect op de spreker zelf te hebben. Want na afloop zei Priscilla tegen me: “Zo heeft mijn familie me nog nooit gezien! Ik wist niet dat ik dit kon.” 

Deze blog verscheen op 5 februari 2015 op het intranet van de gemeente Amsterdam.

donderdag 22 oktober 2015

Storytelling als duizenddingendoekje (deel 1)


Naarmate ik me meer in storytelling – die oervorm van communiceren – verdiep, sta ik versteld van wat je er allemaal mee kan. Twee vormen kennen we allemaal. Maar daarnaast zijn nog veel meer mogelijkheden. En lang niet allemaal bevinden ze zich (uitsluitend) binnen ons vakgebied. 

Een van de bekendste vormen is organizational storytelling: de inzet van verhalen van medewerkers om een organisatieverandering te ondersteunen en betekenis te geven. We hebben inmiddels een heel legertje verhalenophalers, die er al meer dan een jaar druk mee bezig zijn bij de gemeentelijke transitie. Inmiddels staan al meer dan honderd inspirerende verhalen van collega’s verzameld op een verhalenpagina.

Corporate storytelling draait meer om het verhaal van de organisatie als zodanig. Het geeft de organisatie een ‘ziel’ door bijvoorbeeld haar geschiedenis te laten zien of gedeelde waarden te verbeelden. Dit verhaal kan intern ingezet worden, zoals het filmpje dat onlangs bij 1Week voor 1Amsterdam vertoond werd, of extern zoals dit filmpje van IBM dat het diversiteitsbeleid van het bedrijf illustreert. 

Aanpak focuswijken 
In Amsterdam Zuidoost werk ik met een vorm die ik vooralsnog maar even ‘storytelling in de wijk’ noem. In de VS is meer ervaring met ‘storytelling in communities’ maar hier in Nederland ben ik nog altijd naarstig op zoek naar mensen om ervaringen mee uit te wisselen. Ik werk voor een groot verbeterprogramma – de aanpak focuswijken – waarbij in twee jaar tijd veel extra geïnvesteerd wordt in de kwetsbaarste wijken. Het programma bestaat uit tientallen projecten, waarvan er veel over activering gaan. Bewoners moeten – met een beetje hulp – zelf actie ondernemen om uit hun achterstandssituatie te komen.

Hoe kan communicatie bijdragen aan die activering? Tijdens de invulling van de communicatiestrategie, vroeg ik me af: wanneer worden mensen actief, gaan ze iets doen? Dan moeten ze zich eerst geïnspireerd voelen. Dat lukt niet door een peptalk van de stadsdeelvoorzitter, een fraaie folder in de brievenbus of een poster in een bushokje. 

Inspireren met verhalen 

Mijn theorie – nou ja, meer dan een theorette is het niet – is je mensen kunt inspireren en activeren met een persoonlijk verhaal van iemand in wie ze zich herkennen. Stel, je buurvrouw – ook alleenstaande moeder, werkloos en in de schulden – vertelt open en eerlijk over haar problemen. Ze vertelt ook hoe ze een stap in de goede richting heeft gezet en dat het nu beter met haar gaat. Dan denk je wellicht: hé, dat is dan misschien ook wel iets voor mij.

Op basis van die aanname heb ik de afgelopen anderhalf jaar ruim tachtig verhalen uit de focuswijken ‘opgehaald’ en gedeeld met de doelgroepen – via kranten, op social media en live op bijeenkomsten.

Naast bovenstaande drie vormen zijn er nog (veel) meer manieren waarop je storytelling in kunt zetten, bijvoorbeeld als onderzoeksmiddel, om te illustreren of te confronteren. Daarover in de volgende blog meer. En dan ook over mijn favoriete, ontroerende ‘bijwerking’ van storytelling.

Deze blog verscheen op 27 november 2014 op het intranet van de gemeente Amsterdam.