Filmpjes, daar zijn opdrachtgevers dol op. Die kan je namelijk zo fijn regisseren. Zegt de geïnterviewde iets onwelgevalligs, SNIP!, dan knip je het er gewoon uit. Is het antwoord niet helemaal naar je zin, dan stel je de vraag gewoon nog drie keer, net zolang tot het juiste antwoord eruit rolt. Kost wat centen, maar dan heb je ook wat. Je publiek kijkt ernaar en denkt: goh, leuk, geinig, mooi. Maar het weet ook wel dat het niet echt, of niet helemaal echt is. Ervaren filmpjeskijkers als we allemaal inmiddels zijn.
Plaatsvervangende schaamte
Live verhalen dus, is het mantra. Maar dan: zo’n persoonlijk
verhaal, dat gaat over van die privé dingen. Soms gênante dingen. Die gevoelens
van plaatsvervangende schaamte oproepen. Dat ga je toch niet op een podium
staan te vertellen. Dus denkt de opdrachtgever vóór de verteller: die vind het
vast té genant om door het publiek gezien te worden. Weet je wat: een filmpje
is afgezaagd, dus we doen een geluidsopname. Dan maken we de zaal een beetje
donker, voor extra effect. Nee? Mag ook niet? Gaat het om het live effect?
Laten we de verteller dan achter een kamerscherm zetten, dan ziet het publiek
hem of haar niet. Anonimiteit gegarandeerd.
Beetje respect graag
Nee! Je verteller heeft er heus wel over nagedacht, wat het
betekent om zijn of haar verhaal vanaf een podium te vertellen. Ja, dat
betekent dat de mensen je kunnen zien. En je naam weten. En je later kunnen
herkennen als ze je tegenkomen op straat. Die afweging heeft je verteller zelf
al gemaakt. En toen toch besloten het te doen. Heb als opdrachtgever een beetje
respect voor de vrije keuze en het beoordelingsvermogen van de verteller.
Impliciete boodschap
En wat zeg je eigenlijk tegen je verteller als je alleen een
anonieme geluidsopname maakt of een kamerscherm op het podium neerzet? Het is
een impliciete boodschap, maar daarom niet minder duidelijk: ‘jouw verhaal is
iets om je voor te schamen’. Is dat werkelijk wat wij willen vertellen aan
iemand die ons iets wil vertellen?